Geschiedenis van het Kulttheater
In januari 1953 ontsproot uit de toen reeds 2 jaar bestaande zangkring “Kultuur” (opgericht in november 1950) een toneelafdeling.
Vanaf het eerste speeljaar werden minstens 2 avondvullende toneelwerken voor het voetlicht gebracht.
Naast de vele blijspelen en thrillers, die steeds een grote bijval bij het publiek oogstten, schrok men niet terug om ook toneelwerken zoals “De muizeval”, “Pygmalion”, “Gaslicht” en “Het verraad” op de planken te brengen. Veel plezier werd ook beleefd met “Slisse en Cesar” en “Slisse bouwt”.
Werken van eigen bodem werden steeds met succes gebracht : “De rekening van het kind” van Walter Van den Broeck, “Schipperstraat” van Jos Houben, “Onder ons” en “De Caraïbische zee” van René Verheezen. Met deze laatste 2 toneelspelen behaalde Kultuur zelfs verschillende gouden medailles, zowel in het festival “Armand Coenen” als in het Antwerpse Stadsfestival voor Liefhebberstoneel.
In 1993 vond een sterke verjonging van het gezelschap plaats en werd de toenmalige repetitieruimte omgevormd tot een heuse kleine toneelzaal voor 49 toeschouwers. Men bracht werken van Brendan Behan (“Richards Pikkelpoot”), Jean Claude Grumberg (“Het atelier”), Neil Simon (“Come blow your horn”), Dimitri Frenkel Frank (“Bedden”) en van Bernard Farell (“De nacht van Suzy Bernstein”).
Ook met deze verjongde ploeg werden verschillende gouden en andere medailles behaald. In 1998 werd de allereerste deelname aan het Toernooi der Lage Landen te Elsloo in Nederland, bekroond met 4 nominaties waaronder een 2e plaats met de productie “Vrouwen ... geen probleem” (“Play it again, Sam” van Woody Allan) en een 1e plaats voor de beste acteur (Thierry Mertens).
In 1999 werd een 1e plaats met gouden medaille behaald op het Festival A. Coenen.
Wij zijn nu 20 jaar actief in ons eigen Kulttheater.
Wij brengen 2 producties per jaar in een zo breed mogelijk genre met oude (!) theaterrotten en af en toe nieuwe gezichten erbij.
Ambiace verzekerd voor ons (de acteurs) en zeker voor ons publiek.
